Het Pantheon is in de eerste plaats geen gewone tempel. De ruimte vertoont opvallende geometrische kenmerken. Deze kenmerken werden in de Oudheid beschouwd als configuraties met een numerieke symboliek.
De fundamentele geometrie werd geassocieerd met beeld van het universum en banen van de hemellichamen. De zeven nissen zijn gewijd aan de zeven hemelgoden (vijf planeten en de lichtgevende zon en maan). De koepel zelf belichaamde het hemelgewelf. De vijf rijen cassetten symboliseerden volgens de astronomische kennis in de Oudheid de vijf concentrische domeinen van de planeten. Oorspronkelijk bevond zich in het midden van elk van deze 122 cassetten een ster van verguld brons. De centrale oculus was het symbool voor de zon, die de hele ruimte overheerste.
Het Pantheon was een dynastieke tempel en een symbool van keizerlijke macht, een plaats waar de heerser een universele wetgever werd. Hier stelde Hadrianus, te midden van de goden de wetten vast. De almachtige keizer vaardigde hier de juridische doctrine uit, kondigde wetten af en was hoofd van het opperste gerechtshof. Hij had daarmee een tempel voor de vergoddelijkte keizerlijke macht geschapen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten