Tussen 1575 en 1576 was Venetië in de ban van een grote pestepidemie. Om een spoedige verlossing van de catastrofale epidemie te bewerkstelligen beloofde de senaat de bouw van een votiefkerk (kerk die zijn ontstaan te danken heeft aan een belofte) ter ere van de Verlosser (Redentore).
In 1577 schakelde men de architect Andrea Palladio in voor dit project. De bouw naar zijn ontwerp van de San Giorgio Maggiore was toen volop in gang. Aan Palladio zijn twee ontwerpen gevraagd, een centraalbouw en een godshuis met een langwerpig grondplan. De daartoe bevoegde commissie koos voor een ontwerp met langwerpig grondplan. Het koorbereik toont gelijkenissen met centraalbouw. Dit had tevens Palladio’s voorkeur. In het ontwerp spelen maatverhoudingen een grote rol. De lengte van het hoofdschip is bijvoorbeeld dubbel zo lang als de breedte. De bouw vond plaats tussen 1577 en 1592.
Bij het ontwerp van de plattegrond heeft Palladio rekening gehouden met de drievoudige functie van Il Redentore. Hij heeft drie achter elkaar geschakelde ruimten gecreëerd. Het schip met tonggewelf dient als eindpunt van de processie. Het kloostergedeelte ligt achter het priesterkoor en is er visueel van gescheiden. Het altaar in de met een koepel overdekte priesterkoor is gebaseerd op het idee van een ritonda. Op deze wijze onderstreepte hij het votieve karakter.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten